De Europese Unie kwam in 2011 met een strategie om de achteruitgang van de biodiversiteit te keren. Per 2020 zou het ecologisch herstel aantoonbaar moeten zijn verbeterd. Maar Birdlife International – waarvan Vogelbescherming de Nederlandse partner is – maakte recent een analyse: van de Europese voornemens is vrijwel niets terechtgekomen.
De biodiversiteit staat vooral onder druk door de intensivering van de landbouw. Die is ingegeven door onze eigen vraag om goedkoop voedsel en het vooral op economie gerichte beleid van onze overheid. Daarom gaat het zo slecht met de boerenlandvogels. Sommige soorten zijn al helemaal of nagenoeg verdwenen (grauwe kiekendief en kemphaan, bijvoorbeeld). Andere soorten hangen aan het infuus van een handjevol natuurreservaten. De Nederlandse landbouw ontvangt jaarlijks 700 miljoen euro aan subsidies vanuit de EU (dat is 114 euro per Nederlander). Daar staan nauwelijks natuurmaatregelen tegenover. Vogelbescherming wil daarom meer geld en betere maatregelen die de natuurvriendelijke landbouw stimuleren. Ook vragen we aandacht voor een basiskwaliteit van natuur in het Nederlands landelijk gebied.
Er is helaas bijna geen geschikt leefgebied meer voor typische boerenlandvogels zoals de grutto, kievit of patrijs. Vogelbescherming is vastberaden om te investeren in de volle rijkdom van het Nederlandse landschap. Vol drassige, bloemrijke weides
en natuurrijke akkers.
Veel boeren zorgen voor rijke weides en akkers vol bloemen, vlinders en boerenlandvogels. In dit eenmalige magazine, Slimme Vogels, vertelt een aantal boeren hoe zij een rendabel bedrijf combineren met de zorg voor natuur.