Hoe het vogels in het stedelijke gebied vergaat, is nog niet goed bekend. Om vogels te kunnen beschermen is deze kennis van essentieel belang, net als voor het beschrijven van landelijke aantalsontwikkelingen. 16% van Nederland bestaat nu tenslotte uit stedelijk gebied en dat wordt alleen maar meer.
Een goed voorbeeld van een vogelsoort die gebaat is bij meer onderzoek is de gierzwaluw. Er zijn indicaties dat het met de gierzwaluw niet goed gaat. Betrouwbare gegevens zijn nog onvoldoende beschikbaar. Door middel van MUS krijgen we meer inzicht in aantallen, trends en verspreiding van onder andere deze vogelsoort.
MUS levert inmiddels voor 75 soorten in de bebouwde kom een trend op. 6 soorten tonen een sterke afname en 28 soorten een matige afname. 11 soorten zijn in het stedelijk gebied stabiel. 23 soorten laten een matige toename zien en 8 een sterke toename. De sterkste stijging zien we bij de slechtvalk. Sinds 1990 is deze soort een vaste broedvogel in ons land, voornamelijk in steden. De opmars zet nog steeds door.
MUS draait op vrijwillige vogeltellers. Herkent u de stadsvogels op basis van hun zang, doe dan mee. Klik hier voor meer informatie.
Op basis van gegevens van MUS wordt op gezette tijden de Stadsvogelsbalans gepubliceerd.