Navigatie overslaan
Henk Pelleboer / Fred van Diem

‘Ik zie op mijn eigen land welke resultaten mogelijk zijn’

Als kind ging melkveehouder Henk Pelleboer tijdens melktijd met zijn vader mee het land in. Vogels buitelden rond hun hoofden, Henk ving lieveheersbeestjes tussen de distels. Toen hij het bedrijf in 1992 overnam, waren er op hetzelfde land haast geen distels, insecten en vogels meer. Nu heeft de biologische boer elk jaar zo'n negentig broedparen op zijn land. En hij weet: een goed thuis leveren voor de weidevogels is voor elke boer haalbaar. Maar die kan dat niet alleen.
Wulp / Jelle de Jong Wulp / Jelle de Jong

Voor zijn 180 melkkoeien en 120 stuks jongvee heeft Henk Pelleboer (60) van boerderij Polderzicht in het Overijsselse Mastenbroek 150 hectare land in gebruik, deels in eigendom, deels in pacht. Driemaal 0,5 hectare is plasdrasgebied, een derde van het totaal is kruidenrijk grasland dat hij pas na 15 juni maait zodat de kuikens voldoende tijd hebben om vliegvlug te worden. Die ruime dertig procent kruidenrijk grasland was een voorwaarde van de Vogelbescherming. Een deel van de melk van Polderzicht gaat in productie voor de biologische Red De Rijke Weidekaas, die het Vogelbescherming-logo draagt. Van elke kilo verkochte kaas gaat één euro naar de weidevogels. Sinds een jaar of zeven werkt Pelleboer intensief aan het terughalen van deze vogels. Grutto, tureluur, kievit, veldleeuwerik en gele kwikstaart broeden weer op zijn land. ‘Zelfs kenners zijn onder de indruk van de aantallen’, zegt hij.

Vlinders en bijen

En het mooie is: in het kielzog van de weidevogels volgden kwartel, velduil en zelfs lepelaar. Hij ziet ze regelmatig rond de plasjes in zijn land scharrelen. Er vliegen weer vlinders en bijen en ook de zwaluwen zijn terug. ‘Vroeger werden in de stal bestrijdingsmiddelen gebruikt om de vliegen weg te houden. Maar daarmee onderbreek je de kringloop. Geen vliegen in de schuur betekende ook: geen zwaluwen. Nu zij terug zijn, heb ik haast geen last meer van vliegen.’

Van elke kilo verkochte kaas gaat één euro naar de weidevogels.

Henk Pelleboer

Stukjes natuur laten staan

Het zijn mooie resultaten, waar de boer trots op is. Maar tevreden is hij niet. ‘Willen we de weidevogels echt weer een toekomst geven, dan moet er nog heel veel gebeuren. Meer boeren moeten meedoen, maar ik begrijp dat dat niet je prioriteit heeft als je met een hoge hypotheek zit. Als de vergoedingen voor weidevogelbeheer wat omhoog gaan, wordt het voor veel boeren al makkelijker. En je hoeft er echt niet biologisch voor te gaan werken. Volgens mij zijn we er veel meer mee geholpen als alle gangbare boeren wat stukjes natuur laten staan dan dat er vijf of tien procent naar biologisch overstapt.’

Ooievaar / Elwin van der Kolk Ooievaar / Elwin van der Kolk

Aan de slag

‘De boeren moeten het doen’, zegt Pelleboer, ‘want zij hebben de grond. Maar de boeren kunnen het niet alleen. Het is nodig dat de politiek er vol ingaat. Doe iets aan het landbouwonderwijs dat nog veel te veel nadruk op economische groei legt, maak de consument bewust van het belang van een gezonde biodiversiteit, maak groen produceren financieel aantrekkelijker en verander de regels niet voortdurend. Wat we nodig hebben is een stip op de horizon, waar we naartoe kunnen werken.’ En subsidie voor elk dorp dat een ooievaarspaal wil hebben, vindt Pelleboer ook niet meer van deze tijd. ‘Het gaat prima met de ooievaar. Predatie - door vossen, reigers, steenmarters, en ook die ooievaar - is een groot deel van het probleem. Ik zie op mijn eigen land welke resultaten mogelijk zijn en ik ben ervan overtuigd dat we het samen kunnen oplossen. Maar dan moeten we nu wel met z'n allen hard aan de slag. Het gaat nog lang niet hard genoeg.’