Navigatie overslaan
Geuko ten Haven / Fred van Diem

De balans is weer terug. En de patrijzen ook

Er wonen weer muizen, insecten en vlinders op het land van Geuko ten Have uit het Groningse Noordbroek. ‘En daardoor scharrelen hier ook weer patrijzen en fazanten rond’, vertelt de akkerbouwer tevreden. ‘Door onze bloemrijke akkerranden is er een betere balans op de akkers, het blijft een samenspel tussen landbouw en natuur. En het werkt dus echt.’ Geuko en zijn vrouw Aagtje zijn heel blij met de terugkeer van de boerenlandvogels. ‘We hebben nu zelfs een velduil’.
Veldleeuwerik / Shutterstock Veldleeuwerik / Shutterstock

Eentonige akkers

Op andere Nederlandse akkerlanden wordt het helaas steeds stiller. De boerenlandvogels, zoals de veldleeuwerik, grutto en kievit verdwijnen in rap tempo uit beeld. Het karakteristieke gezang, dat zo bij het boerderijleven hoort, verstomt. Schaalvergroting en intensiever gebruik van het boerenland zijn de oorzaak. Hierdoor worden de akkers eentonig en is er te weinig voedsel voor de vogels. Veel boeren zouden de vertrouwde en nuttige vogels graag weer verwelkomen. Maar dat lukt vaak niet zonder hulp. Vanwege bedrijfseconomische redenen worden ze gedwongen aan intensieve akkerbouw te blijven doen.

De komst van de boerenzwaluw en het zingen van de veldleeuwerik, daar kan ik me nu al op verheugen.

Geuko ten Have

Andere boeg

Ondanks dat gooien sommige agrariërs het toch over een andere boeg, zoals Geuko. Hij is de vierde generatie van de familie Ten Have die hier boert. En samen met zijn vrouw Aagtje hebben ze er sinds 2002 ook zorgboerderij Fenna Heerd bij opgezet. ‘Genoemd naar onze dochter Fenna’, legt hij uit. ‘Zij is meervoudig gehandicapt en daarom hebben we hier een dagbesteding opgericht op ideële grondslag. Voor haar en voor andere mensen met ernstige beperkingen’. Geuko was een van de eerste boeren in Groningen die biologisch ging telen. Dat heeft hij een aantal jaren gedaan, maar hij moest hiermee stoppen vanwege de intensieve zorg voor zijn dochter. De ervaring van biologisch boeren neemt hij mee in zijn huidige bedrijfsvoering. ‘De gewassen groeien minder snel maar blijven daardoor vaak langer gezond’, legt hij uit. ‘En ik gebruik geen drijfmest maar vaste mest. Het kost meer tijd maar je krijgt meer bodemleven, wat weer ten goede komt aan de akkervogels. Ook de diversiteit aan gewassen is belangrijk omdat de vogels dan meer broed- en voedselmogelijkheden hebben’, aldus Ten Have.

Kievit / Elwin van der Kolk Kievit / Elwin van der Kolk

Geen insecticide

Door het bewerken van de bloemrijke akkerranden en de aanleg van wintervoedselveldjes blijft de populatie van boerenlandvogels op hun bedrijf stabiel. ‘Voor deze akkerranden ontvangen we een vergoeding, maar het kost veel tijd en energie’, legt Geuko uit. ‘Je moet er moeite voor doen om het onkruid in de akkerranden te beperken. En je maait op verschillende tijden. Hierdoor komt er diversiteit in voedselaanbod voor de vogels’. Een bijkomend voordeel is dat de akkerbouwer al jaren geen insecticide meer hoeft te gebruiken. ‘De meeste luizen worden immers opgegeten door de insecten. ‘Maar dat komt ook omdat ik bepaalde gewassen teel waarbij dat mogelijk is. Bij aardappelen kan dat bijvoorbeeld niet’.

Steun van overheid

De agrariër benadrukt dat dit allemaal niet vanzelf gaat. ‘Ik denk wel dat meer boeren mijn voorbeeld zouden volgen als ze niet alles op eigen kracht hoeven te doen. Als ze gesteund zouden worden door de overheid.’ De grootste winst voor hem is het herstel van het natuurlijke evenwicht op zijn land. ‘De aankomst van de boerenzwaluw, en het zingen van de veldleeuwerik, daar kan ik me nu al erg op verheugen’, zegt hij met een glimlach. ‘Dan is het voorjaar weer in de lucht’.