Navigatie overslaan
Ringmus / Eilwin van der Kolk

Ringmus

Eurasian Tree Sparrow, Passer montanus - Mussen (Passeridae)

Rode lijst

De ringmus heeft een voorkeur voor boomrijk agrarisch cultuurland. Vooral aan de rand van dorpen en bij boerderijen is het een vogel die om het huis is aan te treffen. Soms wonen ringmussen in bij ooievaars. Sommige Nederlandse vogels zwerven in de winter rond en kunnen tot in Frankrijk belanden. Maar het merendeel van de broedvogels blijft hier. Te onderscheiden van de huismus door onder meer de roodbruine kop met wangvlek.

Ringmus / Agami

Herkenning

De ringmus lijkt veel op de huismus maar heeft een roodbruine kop, lichte wangen met donkere wangvlek, klein zwart befje en een witte bijna doorlopende nekrand. De rug en vleugels zijn bruin van kleur, met een witte vleugelstreep. Man en vrouw zijn gelijk.

Geluid

Zang is een huismusachtig getsjilp. Bekendste roep lijkt een beetje op die van zebravink: nasaal "tsjep".


12,5-14 cm

Deze soort lijkt op:

PARTRIDGE

De ernstig bedreigde patrijs is het boegbeeld van het project PARTRIDGE. In twee proefgebieden in Brabant en Zeeland worden hagen aangeplant en ‘keverbanken’ (50 cm verhoogde stroken van drie meter breed ingezaaid met een gras-en-kruidenmengel) aangelegd. En deze aanpak blijkt te werken.

Lees meer over PARTRIDGE

Leefwijze

Broeden

Broedt eind april - juli, soms in kolonies. Heeft twee en soms drie legsels van 2 -7 eieren. Broedduur: 11-14 dagen. Ze broeden in natuurlijke holtes, in schuren, onder dakpannen en in nestkasten. Soms aan de zijkant van nesten van ooievaars of buizerds. De eieren worden twee weken bebroed. De jongen verlaten na 15-20 dagen het nest.

Video in nieuw venster openen

Leefgebied

De ringmus komt vooral voor in kleinschalig cultuurlandschap met bouwland en in dorpen. Vroeger waren ze ook talrijk in bossen en duinen. In een omgeving met veel struikgewas, weilanden met vee en vooral ook oude bomen met enkele holten zijn ringmussen te vinden. Het zijn holenbroeders, die ook profiteren van voor koolmezen opgehangen nestkasten.

Voedsel

Ringmussen leven vooral van graan, onkruidzaad en insecten.

Vogeltrek

De ringmus is een standvogel. Na de broedtijd zwerven ze rond. Een klein deel trekt weg. Ze krijgen in de winter gezelschap van soortgenoten uit Noord- en Oost-Europa. In oktober trekken groepen noordelijke en oostelijke ringmussen door, in maart/april onopvallende voorjaarstrek.

Vogelbescherming Optiek

Ruime sortering, hoge kwaliteit in alle prijsklassen, 40 jaar expertise en persoonlijk advies in de winkel in Zeist. Ons enthousiaste en deskundige winkelteam demonstreert graag de verschillende modellen en mogelijkheden, zodat je zelf kunt vergelijken en op je gemak een keuze kunt maken. Én je steunt het werk van Vogelbescherming.

Bekijk onze optiek

Verspreiding en aantal

talrijke broedvogel | jaarrond aanwezig | doortrekker en wintergast in groot aantal

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

Het aantal ringmussen is de laatste jaren fors afgenomen. De stand van deze soort is sinds 1990 gehalveerd.

Aantallen in Nederland

Aantal broedparen 25.000-38.000 (in 2018-2020)
Geschat maximum aantal overwinteraars 150.000-300.000 (in 2013-2015)
Doortrekkers 50.000-200.000 (in 2008-2012)

Bron: sovon.nl

Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.

Waarnemingen

Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl

Kijktip

In het landelijk gebied op erven. In de winter vaak te gast op voedertafels.

In Europa

Ringmussen komen in geheel Europa voor, maar weinig of niet in het uiterste westen (Ierland) en noorden (Lapland).

Meer informatie


Bescherming

Het aantal ringmussen neemt af. De veranderingen (lees: intensivering) in de landbouw, het vervangen van graanteelt door maiscultuur, het opruimen van heggen en houtwallen en grootschalig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen zorgen voor een platteland dat steeds minder geschikt is voor veel diersoorten, waaronder de ringmus. Ze kampen daardoor vooral met voedseltekort en afnemende nestgelegenheid. De grootste problemen doen zich vermoedelijk voor bij de overleving, in de periode tussen het uitvliegen van de jongen en het volgende voorjaar. Ringmussen zijn standvogels en vooral jonge vogels zullen het dan op ons voor zaadeters voedselarme platteland moeilijk hebben. Bepalend door de toekomst van de ringmus is de vraag of agrarisch landgebruik voldoende voor de ringmus oplevert.

De ringmus staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels. Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.

Als een soort op de Rode lijst verschijnt, is er al sprake van een flinke bedreiging. Mede daarom heeft Vogelbescherming een Oranje lijst laten opstellen, zodat je kan ingrijpen om te voorkomen dat een vogel op de Rode lijst terecht komt. De ringmus staat op de Oranje lijst van vogels die in Nederland doortrekken en overwinteren.

Wat wij doen

In Nederland bestaan veel initiatieven om natuurwaarden in kleinschalige cultuurlandschappen te beschermen. Vogelbescherming zet zich in om lokale initiatieven met elkaar te verbinden en kennis uit te wisselen. Verder doet Vogelbescherming onderzoek naar de effectiviteit van verschillende maatregelen voor vogels van het kleinschalig cultuurlandschap en via voorbeeldprojecten wordt het leefgebied van erfvogels op allerlei manieren verbeterd
Vogelbescherming ondersteunt verschillende vrijwillige natuurbeschermingsorganisaties die zich sterk maken voor de vogels van het boerenland en geeft voorlichting over inrichten van erven.

Vogelbescherming pleit voor een verbod van voor vogels en wilde insecten zeer schadelijke chemische bestrijdingsmiddelen die neonicotinoïden bevatten.

Wat kun jij doen

  • Maatregelen tot herstel moeten in het bijzonder worden gericht op het verbeteren van het voedselaanbod in boerenland, waardoor de sterfte van jonge en volwassen vogels in vooral het winterhalfjaar vermindert.
  • Agrariërs kunnen verspreid liggende voedselrijke perceeltjes of overhoekjes met graan of onkruid in stand houden of meehelpen met het behoud van allerlei landschapselementen, zoals houtwallen en hoogstamboomgaarden.
  • Maar alle bewoners van het buitengebied of ook stadsrandgebieden kunnen veel betekenen voor de ringmus. Een dichte heg met inheemse struiksoorten als meidoorn, sleedoorn, Spaanse aak en liguster biedt beschutting. Het ophangen van nestkasten, het 'rommelig' houden van de tuin en het aanbieden van voedsel als zaden en zonnepitten in de winter helpen de ringmus en andere vogelsoorten.
  • Ringmussen maken gebruik van nestkasten. Een goede maat voor een ringmussenkast is 12x12x28 centimeter en een invliegopening van 40 mm. Soortgelijke kast als van een koolmees, alleen met een grotere invliegopening.
  • Advies inwinnen bij jouw provinciale Landschapsbeheerorganisatie. Via zoekmachines kun je zoeken op 'inrichten erf'.

Meer weten?

Actuele berichten

Downloads


Wet- en regelgeving

De ringmus is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn ringmussen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de ringmus wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Algemene regels

De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:

  • vogels opzettelijk te doden of vangen;
  • nesten, rustplaatsen en eieren van vogels opzettelijk te vernielen of beschadigen of nesten weg te nemen;
  • eieren van vogels te rapen en onder zich hebben;
  • vogels opzettelijk te storen;
  • vogels, dood of levend, dan wel delen of producten daarvan in bezit te hebben, te vervoeren en in de handel te brengen.

Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.

De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:

  • de algemene zorgplicht die stelt dat iedereen voldoende zorg moet dragen voor de fysieke leefomgeving;
  • de specifieke zorgplichten voor natuurgebieden en inheemse vogels die erop gericht zijn om nadelige effecten te voorkomen, beperken of herstellen;
  • de verplichting om onnodig lijden te voorkomen bij het legaal doden of vangen van dieren in het wild;
  • het algemene verbod op dierenmishandeling (Wet dieren).

Bijzondere regels

De ringmus is door een aantal provincies onder de Wet natuurbescherming aangewezen als soort die belangrijke schade veroorzaakt. In de relevante provinciale verordeningen is vastgelegd welke maatregelen onder voorwaarden door grondgebruikers mogen worden gebruikt ter voorkoming of bestrijding van belangrijke schade door deze soort.

Er zijn geen natuurgebieden voor deze soort aangewezen op grond van de Wet natuurbescherming.

Meer weten?

© Foto's: AGAMI   © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk   © Video's: Natuur Digitaal