Navigatie overslaan
Dwergstern / Shutterstock Alle berichten

Oog voor natuur en vogels bij bescherming kust

Geplaatst op 3 november 2016

Met het jaarlijks opspuiten van miljoenen kubieke meters zand houdt Rijkswaterstaat de Nederlandse kustlijn veilig en stabiel. Vogelbescherming Nederland en negen andere natuurorganisaties willen echter wel graag dat het opspuiten van zand zo natuurvriendelijk mogelijk plaatsvindt. Om dat te bereiken is vandaag het ‘Convenant zandsuppleties en natuur’ ondertekend. In het convenant is afgesproken dat Rijkswaterstaat en de natuurorganisaties de komende zes jaar gezamenlijk onderzoek doen naar de gevolgen voor de natuur van het opspuiten van zand.

Van 2009 tot en met 2015 deden Rijkswaterstaat, stichting Duinbehoud, stichting De Noordzee,  Vogelbescherming en de Waddenvereniging al onderzoek naar de effecten van zandsuppleties op bodemdieren, vissen en kustvogels en het effect van zandverstuiving op de flora en fauna in de duinen. Deze samenwerking wordt nu voortgezet én versterkt met de natuurorganisaties en waterbedrijven die de duingebieden langs de Nederlandse kust beheren: LandschappenNL, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, Dunea, PWN en Waternet.

Gevolgen van zand opspuiten voor vogels

Door het jaarlijks opspuiten van miljoenen kubieke meters zand op en vlak voor de kust (de zogenaamde vooroeversuppletie) houdt Rijkswaterstaat de kustlijn op zijn plaats. Zo blijft Nederland goed beschermd tegen de zee. Het opspuiten van zand op de vooroever en het strand heeft echter wel degelijk consequenties voor de natuur en het ecosysteem. Zandsuppleties beïnvloeden het voedselweb (schelpdierbanken en vis) waar schelpdier- en visetende vogels zoals zwarte zee-eenden en sterns last van kunnen hebben. Daarnaast kan het werk aan de suppleties vogels verstoren. Zandsuppleties beïnvloeden bovendien de natuurlijke ontwikkeling van de duinen waardoor ook daar het leefgebied van vogels kan veranderen.

Rekening houden met broedseizoen

Rijkswaterstaat houdt bij zandsuppleties al rekening met het broedseizoen en het  overwinteringsgebied van kust- en zeevogels en ontziet schelpdierbanken, onder meer een voedselbron voor kustvogels. Het onderzoek van de afgelopen jaren heeft al geholpen om meer inzicht te krijgen hoe natuurontwikkeling en zandsuppleties samen kunnen gaan. Maar het onderzoek was nog wel voornamelijk gericht op de lokale, korte termijn effecten. Om het suppletiebeleid nog effectiever en minder schadelijk voor de natuur te maken, wordt het onderzoek naar de effecten van zandsuppleties op het ecosysteem van de kust uitgebreid naar meerdere locaties en wordt ook gekeken naar de effecten op de langere termijn. Het nieuwe convenant loopt tot en met 2022.

Vooroever, duin en Wadden

Het meeste zand wordt vlak voor de kust onder water aangebracht, op de zogenoemde vooroever. Daarom ligt het accent bij het onderzoek de komende jaren op het effect van deze vooroeversuppleties op bodemdieren en vissen en hun leefgebied langs de gehele Nederlandse kust. Zandsuppleties beïnvloeden bovendien de natuurlijke ontwikkeling van de duinen. Onderzocht wordt hoe daar rekening mee gehouden kan worden of juist gebruik van te maken om de kwaliteit van de natuur in de duinen te verbeteren. Tot slot wordt onderzoek gedaan naar de mogelijke effecten van suppleties vóór de kust op het bodemleven in de Waddenzee.