Bar-tailed Godwit, Limosa lapponica - Strandlopers (Scolopacidae)
De rosse grutto is de arctische tegenhanger van de grutto, compacter en zwaarder gebouwd dan deze, met kortere poten. Het vrouwtje is in zomerkleed veel bleker gekleurd dan het mannetje en heeft ook een langere snavel. De soort is alleen doortrekker en wintergast in Nederland. Een echte wadvogel; je vindt daarom de grootste aantallen rosse grutto's in de Waddenzee. Het zijn sterke vliegers die in één keer lange afstanden kunnen trekken.
Lange, iets opgewipte snavel. Kortere poten dan grutto. Geen vleugelstrepen en geen zwart-witte staart als grutto, maar gebandeerd. Lichte stuit. Lange vleugels zijn in vlucht opvallend, poten steken nauwelijks buiten staart uit. Mannetje is in zomerkleed van kop tot onderstaart warm roodbruin ("ros") getekend; vrouwtje is veel lichter. In winterkleed vrijwel wit van onderen en lichtbruin van boven. Vaak in grote groepen op het wad.
Roept schel en grutto-achtig "haa-haa-haa…". Balts lijkt op die van grutto.
37–41 cm, spanwijdte 70–80 cm
Territoriaal. Heeft baltsvlucht met baltsroep. Nest een ondiepe laagte, spaarzaam bekleed met wat plantenmateriaal en korstmos. Broedt vaak op verhoging, met goed uitzicht. Legtijd eind mei-juni. Eén broedsel, meestal vier eieren. Broedduur 20-21 dagen; vrouwtje broedt 's nachts, mannetje overdag. Jongen zijn nestvlieders, na ca. 28 dagen vliegvlug.
Tijdens de trek en in het overwinteringsgebied vooral op (zandige) wadplaten, in voorjaar ook graslanden aan de kust met veel emelten. Soms aan het strand. Overtijt vooral op rustige zandplaten. Broedt in struiktoendra in laagland, open bostoendra, stenige hoogvlakten, natte rivierdalen, open lariksbos dicht bij open water.
Buiten de broedtijd op het wad vooral zeepieren, zeeduizendpoten en zagers, wormen, tweekleppigen (nonnetjes bijvoorbeeld) en kreeftachtigen; in grasland vooral regenwormen en emelten. Soms kikkervisjes en kleine visjes. In de broedtijd vooral insecten, wormen, mollusken en soms zaden en bessen. Zoekt voedsel op het oog en op de tast door te pikken en te prikken. Vrouwtjes hebben langere snavels en foerageren in dieper water. Zoekt vooral in grote groepen voedsel.
Broedgebieden in het arctisch gebied worden direct na grootbrengen jongen verlaten. Deel trekt naar West-Europa (vooral Waddenzee) om te overwinteren (ondersoort lapponica). Ander deel (vooral Siberische vogels, ondersoort taimyrensis) trekt veel verder weg, naar Afrikaanse wadgebieden. Najaarstrek vooral augustus-september. Voorjaarstrek vooral in mei, vogels vliegen in één keer van West-Afrika naar de Waddenzee. Vetten dan hier op voor de laatste etappe naar de toendra's. Trekt zowel overdag als 's nachts, liefst in groepen. Begint de trek met wind mee.
doortrekker en wintergast in groot aantal
De aantallen rosse grutto's in Nederland zijn sinds 1980 toegenomen, met minder dan 5% per jaar.
Aantal broedparen | Geen broedvogel |
Geschat maximum aantal overwinteraars | 57.400-70.600 (in 2016-2021) |
Doortrekkers | 160.000-200.000, mei (in 2016-2021) |
Bron: sovon.nl
Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.
Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl
Talrijk in het (westelijk) Waddengebied, daarbuiten aanmerkelijk schaarser. In het voorjaar te zien in groepjes op graslanden aan de kust van Noord-Holland, Friesland en Groningen.
Broedvogel in Lapland en Noord-Rusland.
In Europa broedende en overwinterende populatie doet het goed, maar de Siberische, naar West-Afrika trekkende populatie neemt af in aantal. De soort wordt bedreigd door aftakeling van de voedselgebieden door inpoldering, vervuiling, verstoring, droogte en in sommige gebieden door mangrovevorming. Verder ook door olie- en gaswinning en andere industriële activiteiten in wadgebieden.
Vogelbescherming zet zich al lange tijd in voor bescherming van de Waddenzee (stopzetten en verduurzaming schelpdiervisserij, Rust voor Vogels, Ruimte voor Mensen). In samenwerking met BirdLife International werken wij ook aan de bescherming van de trekwegen (flyways) van veel vogelsoorten (waaronder de rosse grutto).
Het is belangrijk dat wadvogels zoals rosse grutto's rustig kunnen foerageren en rusten bij hoogwater. Houd daarom gepast afstand.
De rosse grutto is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn rosse grutto’s beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de rosse grutto wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.
De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:
Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.
De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:
Verschillende natuurgebieden die door rosse grutto’s worden gebruikt als foerageergebied of slaapplaats, zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat onder andere om de Grevelingen, Noordzeekustzone en Oosterschelde. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.
© Foto's: AGAMI © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk © Video's: Natuur Digitaal