Navigatie overslaan
Draaihals / Elwin van der Kolk

Draaihals

Eurasian Wryneck, Jynx torquilla - Spechten (Picidae)

Rode lijst

De draaihals is met zijn bruine camouflagekleuren een heel ander soort specht dan de bekende grote bonte specht. In Nederland vooral als zeldzame doortrekker te zien. Hij nestelt in boomholten, vooral in berken. Alleen tijdens de broedperiode zitten draaihalzen vaak, zoals de andere spechten, tegen een boomstam; de rest van het jaar vooral op de grond. Draaihalzen foerageren in schrale pioniervegaties op zandgrond en leven van mieren. Ze overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara.

Draaihals / Agami

Herkenning

Draaihalzen zijn onopvallende, maar onmiskenbare vogels. Hun bruine verenpak biedt een uitstekende camouflage in de oude loofbomen waarin ze broeden. De draaihals dankt zijn naam aan de flexibele hals, die in vreemde kronkels gedraaid kan worden.

Geluid

Schel, klaaglijk gekekker in de broedtijd.


16-17 cm, spanwijdte 34 cm

Vogelbescherming Optiek

Ruime sortering, hoge kwaliteit in alle prijsklassen, 40 jaar expertise en persoonlijk advies in de winkel in Zeist. Ons enthousiaste en deskundige winkelteam demonstreert graag de verschillende modellen en mogelijkheden, zodat je zelf kunt vergelijken en op je gemak je keuze kunt maken. Én je steunt het werk van Vogelbescherming.

Bekijk onze optiek

Leefwijze

Broeden

Broedt in mei-juni. Heeft één tot twee broedsels per jaar met tussen de 7-12 eieren. Broedduur: 11-14 dagen. Is een holenbroeder. Gebruikt nestholten van andere spechten en ook nestkasten. De jongen zitten 20-25 dagen op het nest voor ze uitvliegen.

Leefgebied

Gebroed wordt in oude, meestal deels verrotte loofbomen. Nu in open loofbos op zandgrond (veelal grenzend aan heide), vroeger ook wel in boomgaarden en tuinen. De draaihals eet mieren (vooral zwarte wegmieren en hun poppen zijn favoriet). Ze zoeken ze in bomen en op de grond.

Voedsel

Vooral mieren, maar ook andere ongewervelden. Zoekt op de grond naar voedsel, steekt daarbij de lange kleverige tong in mierengangen.

Vogeltrek

De Nederlandse draaihalzen overwinteren in Afrika ten zuiden van de Sahara. Vanaf half april-begin mei zijn ze weer terug in Nederland. Tot in mei zijn ook overal in Nederland doortrekkers (zeldzaam) waar te nemen die richting Scandinavië gaan. Ze trekken 's nachts. In het najaar doortrek van half augustus tot ver in oktober.


Verspreiding en aantal

uiterst schaarse broedvogel | wegtrekkend | doortrekker in klein aantal

jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec

De draaihals is sinds begin jaren zestig in aantal gedaald, vooral in gebieden buiten de Veluwe. Maar ook op de Veluwe is de soort afgenomen. Deze aanhoudende afname, zoals ook elders in West- en Midden-Europa, bracht het aantal draaihalzen terug tot rond 200 paar omstreeks 1975. Sinds de eeuwwisseling zijn er hooguit enkele tientallen paren.

Aantallen in Nederland

Aantal broedparen 110-225 (in 2020-2022)
Geschat maximum aantal overwinteraars aantal onbekend
Doortrekkers 500-2000 (in 2008-2012)

Bron: sovon.nl

Meer weten over trends? Kijk op sovon.nl.

Waarnemingen

Bron en meer waarnemingen: Waarneming.nl

Kijktip

Veluwe; open duinen in augustus en september.

In Europa

Geheel boreaal, gematigd en subtropisch Europa, maar veel minder in de Atlantische klimaatgebieden.

Meer informatie


Bescherming

De draaihals staat op de Rode Lijst van Nederlandse broedvogels als 'ernstig bedreigd'. Draaihalzen hebben te maken met een verslechterd voedselaanbod. De mieren die ze eten, verdwijnen of worden onbereikbaar voor deze vogel door vergrassing en verbossing van schrale pioniervegetaties. Vermindering van stikstof in de lucht (door intensieve landbouw/verkeer) is noodzakelijk om de situatie te verbeteren. Gebrek aan nestbomen - berken - is ook een probleem voor deze soort. Natte zomers zijn ook ongunstig voor het voedselaanbod van de draaihals. De populatie in Nederland is intussen erg geïsoleerd geraakt in een krimpende populatie in West-Europa (al verschilt de situatie per land). Droogte in de Sahel (het overwinteringsgebied) kan voor de draaihals ook negatief uitpakken.

Rode Lijsten bevatten soorten die bedreigd worden of kwetsbaar zijn. Rode Lijsten hebben geen officiële juridische status, maar hebben in de praktijk wel een belangrijke signaleringfunctie. Voor deze soorten geldt een hogere prioriteit bij het nemen van actieve beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld door hun leefgebieden te verbeteren. Download het Basisrapport voor de Rode Lijst Vogels volgens Nederlandse en IUCN–criteria.

Wat kun jij doen

Terreinbeheerders kunnen waar mogelijk vergrassing en verbossing tegengaan van open, zandige bodems en zo een geschikt leefgebied voor de draaihals in stand houden. Waarbij de aanwezigheid van voldoende nestbomen belangrijk is.

Meer weten?

 

Actuele berichten


Wet- en regelgeving

De draaihals is een beschermde inheemse vogelsoort. Net als alle andere vogels die van nature in het wild in Nederland voorkomen, zijn draaihalzen beschermd op grond van de Europese Vogelrichtlijn. De bescherming van de draaihals wordt in Nederland geregeld door de Omgevingswet.

Algemene regels

De wet verbiedt het om zonder omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit:

  • vogels opzettelijk te doden of vangen;
  • nesten, rustplaatsen en eieren van vogels opzettelijk te vernielen of beschadigen of nesten weg te nemen;
  • eieren van vogels te rapen en onder zich hebben;
  • vogels opzettelijk te storen;
  • vogels, dood of levend, dan wel delen of producten daarvan in bezit te hebben, te vervoeren en in de handel te brengen.

Uitzonderingen op de vergunningplicht zijn opgenomen in de wet en bijbehorende uitvoeringsregelgeving. De provincie (en in sommige gevallen het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) kan een omgevingsvergunning verlenen die toestaat in strijd met de verboden te handelen. Daarnaast kan de provincie (en in sommige gevallen het Rijk) vergunningvrije gevallen aanwijzen. Aan beide zijn strenge voorwaarden verbonden.

De wet bevat daarnaast algemene regels voor in het wild levende vogels:

  • de algemene zorgplicht die stelt dat iedereen voldoende zorg moet dragen voor de fysieke leefomgeving;
  • de specifieke zorgplichten voor natuurgebieden en inheemse vogels die erop gericht zijn om nadelige effecten te voorkomen, beperken of herstellen;
  • de verplichting om onnodig lijden te voorkomen bij het legaal doden of vangen van dieren in het wild;
  • het algemene verbod op dierenmishandeling (Wet dieren).

Bijzondere regels

De wet biedt bescherming aan alle in gebruik zijnde nesten en rustplaatsen van vogels, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te laten zijn. De nestbescherming geldt voor alle soorten gedurende het broedseizoen en voor een beperkt aantal soorten jaarrond. Nesten van draaihalzen zijn niet standaard het gehele jaar beschermd. Nader onderzoek kan nodig zijn, omdat de nesten wel jaarrond bescherming genieten als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. In sommige provincies zijn nesten van draaihalzen het gehele jaar beschermd, omdat zij jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest. De nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd in deze provincies.

Twee (potentiële) broedgebieden van draaihalzen zijn aangewezen en beschermd als Natura 2000-gebied. Het gaat om het Drents-Friese Wold & Leggelderveld en de Veluwe. Voor deze gebieden gelden strenge regels voor alle activiteiten die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben op de natuurwaarden waarvoor het gebied is aangewezen. De betreffende gebieden zijn te vinden in een database van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Meer weten?

© Foto's: AGAMI   © Illustraties vogels: Elwin van der Kolk   © Video's: Natuur Digitaal