Navigatie overslaan
Alle berichten

Veel dioxines in eieren tapuit, graspieper en roodborsttapuit

Geplaatst op 16 april 2014

Nadat eerder al hoge concentraties dioxines zijn aangetroffen in eieren van tapuiten, zijn die nu ook aangetroffen in eieren van graspiepers en roodborsttapuiten. Deze in Nederland broedende vogels krijgen de dioxines vrijwel zeker binnen in de broedgebieden.Tot dertig procent van de tapuiteneieren komt niet uit en bij alle drie de vogelsoorten treden embryonale afwijkingen op. Dit zijn effecten die door dioxines veroorzaakt kunnen worden.

Dioxine in insecten

Dioxine is gif, dat neerslaat uit de lucht en ophoopt in de toplaag van de bodem. De hoge concentraties dioxine worden aangetroffen bij vogelsoorten die op de grond levende insecten eten, zo blijkt uit onderzoek van de Stichting Bargerveen. Door verschillende milieufactoren is de samenstelling van de insectenwereld in veel gebieden veranderd en tegelijkertijd sterk afgenomen. Dit maakt vogelsoorten als de tapuit extra kwetsbaar. Door een eenzijdiger aanbod eten ze meer insecten waarin dioxine zich ophoopt.

Meer onderzoek nodig

De tapuit is sterk in aantal achteruitgegaan: van enkele duizenden broedparen in de jaren zeventig naar 260-290 broedparen in 2012.
Vogelbescherming pleit voor meer onderzoek naar de verschillende factoren die tot de achteruitgang van soorten als de tapuit leiden. Bovendien zal er in Nederland gewerkt moeten gaan worden aan het bereiken van een basismilieukwaliteit.

Het volledige rapport is te vinden op de website van de Stichting Bargerveen.