Geplaatst op 11 november 2014
Het ideale toekomstbeeld van Vogelbescherming voor de Oostvaardersplassen is een groot moerasgebied met overgangen naar drogere delen verbonden met andere natuurgebieden als de Veluwe. Een gebied waar groepen moerasvogels leven maar ook grote grazers en predatoren als wolven. Zover is het echter nog lang niet.
De Oostvaardersplassen is in de eerste plaats een broedgebied voor moerasvogels als lepelaar, grote zilverreiger, rallen, kiekendief, roerdomp en zeearend. Er verblijven tienduizenden ganzen. Daarom is het gebied ook aangewezen als belangrijk Europees natuurgebied, een zogeheten Natura 2000 gebied.
Met veel van de moerasvogels en de vogels van de randen van het moeras gaat het echter niet goed in het gebied. Dit is onder andere een gevolg van het gebrek aan natuurlijke dynamiek. In een natuurlijk moeras wisselt het waterpeil, soms valt een moerasgebied langs bijvoorbeeld rivieren droog om op ander momenten juist weer flink te overstromen. Daardoor ontstaan er zogenaamde pionierssituaties, die ideaal voor veel soorten zijn.
Om deze natuurlijke dynamiek enigszins na te bootsen is in het Natura 2000 beheerplan voorgesteld om het gehele moeras 'leeg te laten lopen', waarna het water weer langzaam terugkomt. Op zich is dat een maatregel die Vogelbescherming onderschrijft. Ook in het verleden is een groot deel van het moeras eens drooggevallen gevolgd door positieve ontwikkelingen voor moerasvogels.
Het gehele moeras echter in een keer droog laten vallen vindt Vogelbescherming niet aanvaardbaar. Er worden daarmee te grote risico's genomen. Het is niet zeker dat alle moerasvogels weer terugkeren, zodra het water terug is in het gebied en er is nauwelijks plek in de omgeving voor de vogels om zich tijdelijk te vestigen.
Daarom pleit Vogelbescherming voor een gefaseerde droogval waarbij scherp gekeken wordt wat de gevolgen voor de vogels zijn. Tegelijkertijd zou op grote schaal in het droge deel van het gebied meer plassen en andere natte omstandigheden gecreëerd moeten worden. Ook vreest Vogelbescherming dat de vele grote grazers in het gebied het droogvallende moeras in zullen trekken en daarmee de omstandigheden van het moeras verslechteren.
Vogelbescherming is van mening dat het aantal grote grazers ondergeschikt moet zijn aan de omstandigheden voor de vogels. De moerasvogels maken immers het gebied tot een Europees unieke natuur. In de zienswijze van Vogelbescherming wordt ook gepleit voor een zone rondom de Oostvaardersplassen waar door agrarisch natuurbeheer en delen ruigte meer plek komt voor onder andere kiekendieven om voedsel te vinden.